Question 1

Kan elke druktransmitter elk medium meten?

Accepted Answer

Nee, de in het data sheet vermelde materialen dienen door de klant op weerstand te worden gecontroleerd.

Question 2

Functioneert een druktransmitter ook zonder voeldingsspanning?

Accepted Answer

Nee.

Question 3

Functioneert een druktransmitter ook nog als de voeldingsspanning net onder een bepaald vastgesteld niveau ligt?

Accepted Answer

Tot een bepaalde druk geeft de druktransmitter nog steeds een correct outputsignaal. Als de druk dit punt overstijgt, blijft het outputsignaal echter op dezelfde waarde, omdat de voedingsspanning niet voldoende is voor de volledige output.

Question 4

Kan de aansluiting worden gewijzigd?

Accepted Answer

De elektrische aansluiting kan niet worden gewijzigd.

Question 5

Werkt een 3-draads transmitter ook in een 2-draads configuratie?

Accepted Answer

Nee.

Question 6

Kan er geschakeld worden tussen 4 ... 20 mA en 0 ... 10 V?

Accepted Answer

Nee, het outputsignaal is bepaald in de bestelling en kan niet worden gewijzigd.

Question 7

Wat veroorzaak het nulpuntsverloop?

Accepted Answer

Door het verouderen van de elektrische componenten, door temperatuur- en belastingscycli.

Question 8

Welke oplossingen zijn er voor drukpieken?

Accepted Answer

Hiervoor adviseren wij een procesaansluiting met een gereduceerde drukpoort van 0,6 mm of 0,3 mm.

Question 9

Wat zijn mechatronische meetinstrumenten?

Accepted Answer

Waar elektronische componenten of assemblages in mechanische meetinstrumenten zijn ingebouwd Er is dus lokaal een puur mechanisch display dat een extra elektrisch outputsignaal geeft of een schakelfunctie biedt. Het voordeel van dit soort instrumenten is dat, mocht de voeding of het meetsignaal worden verstoord of onderbroken, de meetwaarde toch betrouwbaar ter plaatse kan worden afgelezen.

Question 10

Wat is het Hall-effect?

Accepted Answer

Als er een constante stroom door een halfgeleidercomponent loopt en dit component vervolgens in een magnetisch veld wordt geplaatst, wordt binnen dit halfgeleidercomponent een voltage (Hall-voltage) gegenereerd dat evenredig is aan de sterkte van het magnetische veld.

Question 11

Welke functie heeft de Hall-sensor in intelliGAUGE/intelliTHERM instrumenten?

Accepted Answer

Het magnetische veld dat invloed heeft op de Hall-sensor komt van een bewegende permanente magneet, die zich op een vaste afstand van de Hall-sensor bevindt. De rotatiehoek van de permanente magneet met betrekking tot de Hall-sensor kan dus worden gemeten. In intelliGAUGE/intelliTHERM instrumenten is een permanente magneet op de wijzer bevestigd, centraal ten opzichte van de wijzerschacht. Als de wijzer draait, draait de magneet mee. De hoek van de veldlijnen die tussen de twee polen van de magneet lopen, verandert dus ten opzichte van de Hall-sensor. Omdat elke hoek van de veldlijnen ten opzichte van de Hall-sensor een andere veldsterkte heeft, genereert de Hall-sensor een Hall-voltage dat evenredig is aan de rotatiehoek van de wijzer en dus evenredig is aan de druk.

Question 12

Wat betekenen de afkortingen PGT en PGS?

Accepted Answer

Type PGT (Pressure Gauge Transmitter) instrumenten zijn mechatronische drukmeetinstrumenten die de druk weergeven zonder externe voeding nodig te hebben, en tegelijkertijd een elektronisch outputsignaal genereren. Type PGS (Pressure Gauge Switch) instrumenten zijn mechatronische drukmeetinstrumenten die de druk weergeven zonder externe voeding nodig te hebben, en tegelijkertijd een elektronisch schakelfunctie bieden.

Question 13

Wat is een magnetisch snap-action contact (type 821)?

Accepted Answer

Het magnetische snapcontact is een mechanisch fysiek contact voor het schakelen van belastingen tot 30 W 50 VA. De signaaloutput wordt bewerkstelligd voor- of nadat de wijzer van de actuele waarde wordt verplaatst Om het circuit te verbreken wordt de contactpin van de beweegbare contactarm, net voordat het instelpunt is bereikt, aangetrokken door een permanente magneet die op de draagarm is bevestigd. Door de houdkracht van de magneet zijn magnetische snap-action contacten immuun voor trillingen. Om het circuit te maken houdt de magneet de contactarm aangetrokken totdat de herstellende kracht van het meetelement de kracht van de magneet overtreft en het contact open springt.

Question 14

Wat is een schuifcontact (type 811)?

Accepted Answer

Het schuifcontact is een mechanisch fysiek contact voor het schakelen van belastingen tot 10 W 18 VA.

Question 15

Wat is een elektronisch contact (type 830.E)?

Accepted Answer

Elektrische contacten zijn uitgerust met contactloze gleufsensoren. Ze zijn vooral geschikt voor met olie gevulde meetinstrumenten en dienen bij voorkeur voor laagspanningen en kleine gelijkspanningslasten zoals voor de signaalinput voor een PLC (programmable logic controller).

Question 16

Wat is een inductief contact (type 831)?

Accepted Answer

Inductieve limietschakelaars in meetinstrumenten met een wijzer zijn conform EN 50227 uitgerust met contactloze elektrische afstandssensoren (nabijheidssensoren. Het outputsignaal wordt bepaald door de aanwezigheid of afwezigheid van een markering, in beweging gezet door de werkelijke waardewijzer binnen het bereik van het elektromagnetische veld van de nabijheidsschakelaar. Ze worden voornamelijk in gevaarlijke gebieden ingezet.

Question 17

Wat is een Reed-contact (type 851)?

Accepted Answer

Reed-contacten worden vaak gebruikt om kleine voltages en stromen te schakelen, omdat hun hermetisch afgedichte ontwerp, in combinatie met contacten in inert gas niet kan roesten op de contactoppervlakken. Hun hoge betrouwbaarheid en lage resistentie maken hen geschikt voor een groot aantal toepassingen. Ze omvatten PLC-toepassingen, signaalconversie in meetinstrumenten, signaalverlichting, akoestische signaaltransmitters en nog veel meer.

Question 18

Wat is een isolerende versterker?

Accepted Answer

De isolerende versterker draagt digitale signalen over vanuit het gevaarlijke gebied. De signaaltransmitters kunnen sensoren conform DIN 19234 (NAMUR) of mechanische contacten zijn. De input wordt betrouwbaar geïsoleerd van de output en de voedingsspanning conform DIN EN 50020. De output en de voedingsspanning worden betrouwbaar van elkaar geïsoleerd conform DIN EN 50178.

Question 19

Wat wordt bedoeld met schakelfunctie?

Accepted Answer

Met schakelfunctie bedoelen we het maken of verbreken van een elektrisch circuit. Normaal gesloten contacten (NC, aangegeven door een 2) onderbreken een circuit bij toenemende druk (met de klok mee); normaal geopende contacten (NO, aangegeven door een 1) verbreken een circuit bij toenemende druk (met de klok mee).

Question 20

Wat is een wisselcontact?

Accepted Answer

Zodra het ingestelde punt is overschreden, wordt gelijktijdig een circuit gemaakt (NC) en een ander circuit verbroken (NO). Wisselcontacten worden aangegeven door het cijfer 3 (SPDT).

Question 21

Waarvoor staat NAMUR?

Accepted Answer

NAMUR is de afkorting voor “Normenausschuss Mess- und Regeltechnik” (normcommissie voor meting en toezicht).

Question 22

Wat is ATEX?

Accepted Answer

ATEX is een wijdverbreid synoniem voor de explosiebeschermingsrichtlijnen van de Europese Unie en is afgeleid van de Franse afkorting van "Atmosphere Explosible". Er zijn momenteel twee richtlijnen op het gebied van explosiebeveiliging, te weten de ATEX productrichtlijn, 2014/34/EU, en de ATEX werkplekrichtlijn, 1999/92/EC.

Question 23

Welke norm reguleert manometers met schakelcontacten?

Accepted Answer

Schuif- en magnetische snap-action contacten aangebracht in manometers en thermometers met een behuizing met een diameter van 100 en 160 mm worden geregeld door DIN 16085.

Question 24

Kan het nulpunt van manometers uit de PGT familie door de gebruiker worden ingesteld?

Accepted Answer

Het nulpunt van de meeste drukmeters kan door de gebruiker ter plekke worden gereset wanneer hij maar wil. De procedures worden in de bedieningsinstructies uitgelegd. Opm.: Wijzigen van het nulpunt verschuift het gehele bereik met de hoeveelheid waarmee het nulpunt is gewijzigd in een positieve of negatieve druk-/temperatuurrichting. Over het algemeen is het niet nodig om het nulpunt te resetten.

Question 25

Kan het meetbereik van een manometer uit de PGT familie door de gebruiker worden ingesteld?

Accepted Answer

Het meetbereik kan niet door de gebruiker worden gewijzigd. Tijdens de productie kunnen we echter elke gewenste overspanning, zelfs niet-lineair, voor de elektronica leveren. Omgekeerde, vierkante of vierkant-wortelsignalen zijn ook mogelijk.

Question 26

Waarom bestaan er gevulde manometers?

Accepted Answer

De vulvloeistof dient als demping voor de bewegende delen in de behuizing. Hierdoor kan schade door trillingen en verhoogde slijtage van de bewegende delen worden voorkomen. Video

Question 27

Wat kan ik doen als de mediumtemperatuur met gevulde meters hoger is dan 100 °C [212 °F]?

Accepted Answer

Je kunt een drukmetersyfon , een membraandichting of een capillaire leiding gebruiken als extra koelelement om de mediumtemperatuur te verlagen.

Question 28

Waarom kunnen sommige drukmeters alleen worden gebruikt tot een omgevingstemperatuur van 60 °C [140 °F]?

Accepted Answer

Als het venster van de manometer van veiligheidsglas is gemaakt, kan het alleen worden gebruikt tot een omgevingstemperatuur van 60 °C [140 °F]. Het veiligheidsglas is gemaakt van twee glazen schijven. Deze glazen schijven zijn met behulp van een folie tegen elkaar geplakt. Als de temperatuur boven de 60 °C [140 °F] komt, gaat de folie blaren vormen. Als gevolg hiervan kan de schaal niet langer betrouwbaar worden afgelezen.

Question 29

Kan ik een raam gebruiken bij een omgevingstemperatuur van 60 °C?

Accepted Answer

Ramen kunnen niet worden gebruikt bij omgevingstemperaturen van meer dan 60 °C, omdat de kunststof onderdelen zoals de afdichting onder het glas en de overdrukplug niet zijn ontworpen voor hogere temperaturen. Voor temperaturen tot 60 °C kan transparant polycarbonaat worden gebruikt.

Question 30

Wanneer moet er een CE-keurmerk op de wijzerplaat staan?

Accepted Answer

Als het meetinstrument valt onder de richtlijn voor drukapparatuur (PED; ≥ 2.900 psi / 200 bar), de EMC-richtlijn (bijv. intelliGAUGE) of de laagspanningsrichtlijn (bijv. 821 of 851 contacten).

Question 31

Wat is het verschil tussen een standaard manometer en een veilige uitvoering?

Accepted Answer

Een veilige uitvoering (code S3 conform EN837) heeft een extra solide scheidingswand gelast tussen de wijzerplaat en het meetsysteem. Tevens beschikt de behuizing over een achterwand die volledig uit kan blazen. Het venster is normaal gesproken gemaakt van gelamineerd veiligheidsglas. Wanneer zich druk opbouwt in de behuizing (bijv. een scheur in de Bourdonbuis), wordt deze druk volledig door de achterwand geblazen, die dan door de druk van de behuizing wordt geworpen. Er kan geen druk door het venster vrijkomen, dus het personeel kan niet door rondvliegende glassplinters worden verwond. Bij WIKA zijn deze instrumenten op de wijzerplaat speciaal met een "S" in de cirkel gemarkeerd.

Question 32

Waarom mag het drukverschil in type 7 drukverschilmanometes met Bourdonbuizen niet lager zijn dan 1/6 van de volledige schaalwaarde?

Accepted Answer

Voor drukverschilmanometers type 7 is de statische druk hetzelfde als de volledige schaalwaarde over 270 graden rotatie. Met een verwacht drukverschil van 15 psi (1 bar) bij een statische druk van 145 psi (10 bar) zouden de twee wijzers slechts op een afstand van ongeveer 27 graden van elkaar gescheiden worden. Daarom, om ervoor te zorgen dat de leesbaarheid nog steeds acceptabel is, dient het drukverschil niet minder te zijn dan 1/6 van de volledige schaalwaarde (ca. 45 graden).

Question 33

Wat gebeurt er als een type 7 drukverschilmanometer met scheidingsmembranen van elastomeer onder de omgevingstemperatuur die in het data sheet vermeld staat wordt gebruikt?

Accepted Answer

Onder de toegestane omgevingstemperaturen wordt de nauwkeurigheid aanzienlijk negatief beïnvloed, omdat het membraan (dat van FPM / FKM of NBR is gemaakt) bij lage temperaturen stijf wordt.

Question 34

Wat is de functie van een enkel ventielblok?

Accepted Answer

Met upstream drukvereffeningsventielen is het mogelijk uniforme drukbelasting te krijgen van de plus- en minzijde, om enkelzijdige ovedrukbelasting tijdens het opstarten en de werking te voorkomen en nulpuntcontroles tijdens de werking mogelijk te maken.

Question 35

Wat is de functie van een 3-weg ventielblok?

Accepted Answer

Met upstream drukvereffeningsventielen is het mogelijk uniforme drukbelasting te krijgen van de plus- en minzijde, om enkelzijdige ovedrukbelasting tijdens het opstarten en de werking te voorkomen en nulpuntcontroles tijdens de werking mogelijk te maken.

Question 36

Wat is de functie van een drieweg- of vijfwegkleppenblok?

Accepted Answer

Door deze drukvereffeningsventielen (met ingebouwde afsluit-, spoel- en ontluchtingsventielen) kan de manometer aan een of beide kanten worden ontlucht en de toevoerleiding gespoeld.

Question 37

Waarom zijn de types 736.11 en 736.51 niet algemeen geschikt voor agressieve media?

Accepted Answer

De lage druk (minzijde) dringt de displaybehuizing binnen en maakt dus wijzerplaat (Al), wijzer (Al), venster e.d. nat. Alleen de pluszijde, die bestaat uit de binnenkant van de doosveermanometer, is gemaakt van roestvrij staal en dus bestand tegen agressieve media.

Question 38

Wat is het verschil tussen de DIN 19213 en EN 61518?

Accepted Answer

Geen. De bevestigingsschroefdraad heeft de standaardafmetingen 7/16-20 UNF. De bevestigingsboringen op het ventielspuitstuk werden veranderd van Ø12,5^H13 in Ø11,8^+0,2. De hoogst toegestane druk van het drukmeetinstrument werd verhoogd van 400 bar naar 413 bar.

Question 39

Hoe gedraagt het meetsysteem voor type 7 drukveschilmanometers met membranen zich buiten de volledige schaalwaarde?

Accepted Answer

De plus- of minzijdige overdrukbeveiliging, tot aan de maximale werkdruk (PN40, PN100, PN250, PN400), wordt gerealiseerd door het metalen draagvlak van het meetelement. Drukken binnen het toegestane overbelastingsbereik laten geen blijvende schade achter op het meetsysteem.

Question 40

Wat is NAMUR?

Accepted Answer

NAMUR is de afkorting voor “Normenausschuss Mess- und Regeltechnik” (normcommissie voor meting en toezicht).

Question 41

Welke instrumenten zijn geschikt voor vloeistoffen met kleine meetbereiken?

Accepted Answer

Manometers met scheidingsmembraan tot 0,23 psi (16 mbar) zijn geschikt voor vloeistoffen (door zelflozing van de drukkamer).

Question 42

Wat is de nauwkeurigheidsklasse?

Accepted Answer

De Nauwkeurigheidsklasse geeft de foutlimieten weer in een percentage van het meetbereik.

Question 43

Wanneer dient een restrictor te worden gebruikt?

Accepted Answer

Voor drukpieken of plotseling optredende drukbelasting en -ontlasting.

Question 44

Heeft de hoogte boven zeeniveau enig effect op het meetresultaat van relatieve drukmeetinstrumenten?

Accepted Answer

Nee, dit heeft geen gevolgen, omdat het altijd het drukverschil van de omgeving is die wordt gemeten.

Question 45

Wat is CNG?

Accepted Answer

CNG is de afkorting voor Compressed Natural Gas, dus aardgas (voornaamste bestanddeel methaan), dat onder hogedruk in gascilinders wordt opgeslagen en vervoerd.

Question 46

Wat is LNG?

Accepted Answer

LNG is de afkorting voor Compressed Natural Gas, dus aardgas (voornaamste bestanddeel methaan), dat door lage temperaturen en relatief lage drukken vloeibaar is gemaakt en in cryotanks wordt opgeslagen en vervoerd.

Question 47

Wat is LPG?

Accepted Answer

LPG is de afkorting voor Liquefied Petroleum Gas (bestaat voornamelijk uit butaan en propaan), een derivaat van ruwe olie en vloeibaar gemaakt door relatief lage drukken. LPG wordt vaak autogas genoemd.

Question 48

Wanneer worden membraanafdichtingen gebruikt?

Accepted Answer

Voor de gebruiker zorgen membraanafdichtingen ervoor dat allerlei drukmeetinstrumenten ook voor de moeilijkste toepassingen kunnen worden gebruikt. Voorbeelden: Het medium is corrosief en het drukmeetelement zelf (bijv. de binnenkant van een Bourdonbuis) kan daar niet voldoende tegen beschermd worden. Het medium is zeer stroperig en vezelachtig, en veroorzaakt dus meetproblemen als gevolg van dode hoeken en vernauwingen in de boringen van het drukmeetinstrument (drukkanaal, Bourdonbuis). Het medium neigt tot kristallisatie of polymerisatie. Het medium heeft een zeer hoge temperatuur. Hierdoor wordt het drukmeetinstrument zeer sterk verwarmd. De verwarming leidt tot een hoge temperatuurfout in de drukmeting (bijv. in het display van de gemeten druk op het meetinstrument). Ook kunnen de bovengrenzen voor de thermische belasting van de instrumentonderdelen overschreden worden. Het drukmeetpunt zit op een lastige plek. Om plaatsredenen kan het drukmeetinstrument niet geïnstalleerd of slechts moeilijk afgelezen worden. Door een membraandichting aan te brengen en een langere capillair te gebruiken, kan de manometer worden geïnstalleerd op een plaats waar hij goed zichtbaar is. Bij de productie van het procesproduct en in het productiebedrijf moeten hygiënische vereisten worden nageleefd. Om deze redenen dienen dode hoeken in het meetinstrument en de fittingen worden vermeden. Het medium is giftig of schadelijk voor het milieu. Lekkage waardoor het in de atmosfeer om het milieu kan vrijkomen dient te worden voorkomen. Omwille veiligheids- en milieuredenen moeten daarom de juiste beschermende maatregelen worden genomen.

Question 49

Wat is een membraanafdichting?

Accepted Answer

Membraanafdichtingen zijn op bestaande aansluitingen gemonteerd. Normaal gesproken bestaan de aansluitingen uit T-stukken die in een pijpleiding zijn geïntegreerd, of lasmoffen die op een pijpleiding, de procesreactor of een tank zijn gelast.

Question 50

Wat is een in-line membraanafdichting?

Accepted Answer

De in-line membraanafdichting is perfect geschikt voor gebruik met stromende media. Wanneer de pakking volledig in de procesleiding geïntegreerd is, worden metingen niet door turbulentie, hoeken, dode hoeken of andere belemmeringen in de stroomrichting beïnvloed. Het medium stroomt ongehinderd en zorgt voor de zelfreiniging van de meetkamer. De membraanafdichting bestaat uit een cilindrisch dekselcomponent dat een ingelast, dunwandig ronde buismembraan bevat. Dit maakt het ontwerpen van speciale meetpuntaansluitingen onnodig. Door de verschillende nominale breedtes kunnen de in-line membraanafdichtingen worden aangepast aan de dwarsdoorsnede van de betreffende pijpleiding. Het drukbereik loopt tot 400 bar voor PN 6 ... PN 400 flensaansluitingen, waarbij de normale temperatuurlimiet op +752 °F (+400 °C) ligt.

Question 51

Wat is een doosveer-membraanafdichting?

Accepted Answer

Dit soort is bijzonder geschikt voor heterogene media, omdat het direct in het medium wordt ingebracht. Het heeft bijzonder weinig plaats nodig vergelken met andere membraanafdichtingen. De druk wordt 'op een punt' vastgelegd. De afdichting bestaat uit een ovale buis die aan één kant gesloten is omdat er een druksensor en connector aan gelast zijn. Om hem te stabiliseren wordt de sensor op een fitting gemonteerd. De aanpassing aan het meetpunt gebeurt met binnen- of buitendraad.

Question 52

Waarom is de PTFE-versie beperkt tot maximaal 260 °C bij ≤ 100 bar?

Accepted Answer

PTFE "stroomt". Daarom is de maximale druk en temperatuur verlaagd.

Question 53

Hoe dik is de PTFE-coating op het membraan?

Accepted Answer

0,25 mm.

Question 54

Wat is de totale laagdikte (primer en coating) van de PFA-coating op het membraan van membraanafdichtingen?

Accepted Answer

De totale laagdikte van de PFA-coating op het membraan van membraandichtingen is: Roestvrij staal met PFA FDA (groen): 35 ... 72 µm Roestvrij staal met antistatische PFA (zwart): 30 ... 112 µm

Question 55

Hoe worden flenzen conform ISO 7005-1 gerefereerd aan EN en ASME?

Accepted Answer

DN 50 ISO PN 20 = DN 2" Klasse 150 ASME B16.5 DN 50 ISO PN 50 = DN 2" Klasse 300 ASME B16.5 DN 80 ISO PN 20 = DN 3" Klasse 150 ASME B16.5 DN 80 ISO PN 50 = DN 3" Klasse 300 ASME B16.5 DN 50 ISO PN 10-40 = DN 50 PN 10-40 EN 1092-1 DN 80 ISO PN 40 = DN 80 PN 40 EN 1092-1

Question 56

Wat is de nauwkeurigheid van een membraanafdichtingssysteem?

Accepted Answer

De nauwkeurigheid hangt vooral af van het aangesloten meetinstrument (een aangesloten manometer met klasse 1.0 geeft een nauwkeurigheid van het afdichtingssysteem van 1 % onder referentieomstandigheden). In het beste geval is dit 0,1 %. Er zijn ook temperatuureffecten die berekend kunnen worden met het DSC-programma (Diaphragm Seal Calculation program).

Question 57

Welke membraanafdichtingen zijn EHEDG-gecertificeerd?

Accepted Answer

Membraandichtingen: 990.18 , 990.22 , 990.24 , 990.50 , 990.51 , 990.52 , 990.53 In-line membraanafdichtingen: 981.18 , 981.22 , 981.50 , 981.51 , 981.52 , 981.53

Question 58

Hoe werkt een weerstandsthermometer?

Accepted Answer

De elektrische weerstand van de sensor van een weerstandsthermometer verandert met de temperatuur. Omdat de weerstand van meetweerstanden volgens NEN-EN 60751 (2009-05) toeneemt bij stijgende temperatuur, spreken we van PTC (positieve temperatuurcoëfficiënt). Pt100 of Pt1000 meetweerstanden worden gewoonlijk gebruikt voor industriële toepassingen. De thermometers waar EN 60751 centraal staat zijn vastgelegd in DIN 43735. Video

Question 59

Wat betekent "Interkristallijne corrosie"?

Accepted Answer

IC (Intercrystalline Corrosion) is een soort corrosie dat onder de geschikte omstandigheden in de meeste legeringen kan optreden. Het staat ook bekend als "korrontbinding" of "chroomdepletie". De corrosie vindt plaats langs de korrelgrenzen. In staallegeringen met chroom smelt het chroom in het materiaal bij verhitting (vaak tijdens het lassen) samen met het carbon en vormt chroomcarbide. Het chroom is dus niet langer beschikbaar voor corrosiebescherming (vorming van een passieve laag) in het verwarmde gebied. Dit vindt voornamelijk in koolstofrijk staal plaats. Met corrosiebestendig staal zoals 1.4571 (AISI 316Ti) gaat de verbinding van carbon met titanium of niobium naar niobium of titaniumcarbide (gestabiliseerd staal) of het verlagen van het carbongehalte, bijv. 1.4404 (AISI 316L) IC tegen. Deze maatregelen voorkomen de schadelijke reductie van het chroomgehalte langs de korrelgrenzen.

Question 60

Wat betekent Zones in explosiebeveiliging?

Accepted Answer

Gassen: Zone 0 (Categorie 1): permanent of langdurig gevaar voor explosies Zone 1 (Categorie 2): gevaarlijke atmosfeer af en toe aanwezig Zone 2 (Categorie 3): explosieve atmosfeer komt slechts zelden voor, en dan alleen voor korte tijd Stofjes: Zones 20, 21, 22 met dezelfde betekenis

Question 61

Wat betekenen de Temperatuurklasse-aanduidingen?

Accepted Answer

De ontstekingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een ontvlambaar mengsel van gassen bij een vlam, een heet oppervlak of een op andere wijze gegenereerde vonk kan ontbranden. Gassen en dampen zijn verdeeld in klassen waarin de temperatuur van het oppervlak te allen tijde lager moet zijn dan dat van het mengsel. (T1 > 450 °C, T2 > 300 °C, T3 > 200 °C, T4 > 135 °C, T5 > 100 °C, T6 > 85 °C).

Question 62

Wat betekent "Pt100"?

Accepted Answer

Pt staat voor platina met een nominale weerstand van 100 Ohm bij 0 °C (EN 60751).

Question 63

Wat betekent "negatieve temperatuurcoëfficiënt-thermistor"?

Accepted Answer

Negatieve temperatuurcoefficiënt-thermistoren geleiden elektriciteit beter bij hogere temperaturen dan bij lagere temperaturen. Ze worden ook wel NTC-weerstanden (Negative Temperature Coefficient) genoemd. Over het algemeen wordt NTC gebruikt in de kunststof- en levensmiddelen- en drankenindustrie.

Question 64

Wat betekent „positieve temperatuurcoefficiënt-thermistor“?

Accepted Answer

Positieve temperatuurcoëfficiënt-thermistoren geleiden elektriciteit slechter bij hogere temperaturen dan bij lagere temperaturen. Ze worden ook wel PTC-weerstanden (Positive Temperature Coefficient) genoemd. Over het algemeen wordt PTC gebruikt in meetpunten met een hoge temperatuur, bijv. in de chemische industrie.

FAQ